U bent hier
N-VA Zottegem vraagt (opnieuw) totaal mobiliteitsplan voor Zottegem
Het Zottegems verkeer slibt meer en meer dicht. Enkel een totaalvisie kan voorkomen dat het verkeer in onze stad helemaal in de knoop geraakt: “Daarom herhalen wij onze vraag voor een allesomvattend mobiliteitsplan”, zegt fractieleider van N-VA Zottegem Matthias Diependaele.
Het beleid van de meerderheid kenmerkt zich momenteel als een opeenstapeling van kleine ingrepen zonder dat het totaalplaatje bekeken wordt. We mogen overal nog 50 rijden, behalve daar waar het 30, 70 of 90 is. Maar naar de verkeersdoorstroming in het geheel wordt niet gekeken. Nochtans weet iedereen dat mobiliteitsproblemen zich net verleggen als je niet alle problemen samen onder ogen neemt.
Zo is er sinds enkele weken een proefopstelling waarbij men in de Léonce Roelsstraat en een deel van de Godveerdegemstraat eenrichtingsverkeer heeft ingevoerd. Voor sommige mensen is dit inderdaad een goeie oplossing. Maar het heeft ook tot gevolg dat er problemen ontstaan in de Kazernestraat, op het Stationsplein en in de Musselystraat. Daarnaast zijn er ook heel wat handelaren in de buurt die zich zorgen maken over de bereikbaarheid van hun zaak.
“Men heeft al verschillende plannen gemaakt in Zottegem. Maar keer op keer blijft het bij kleine plaatselijke ingrepen. Ondertussen worden de wortels van de verkeersproblemen niet aangepakt en worden deze alsmaar erger. Het wordt in de toekomst alleen maar moeilijker om er iets te doen”, stelt Matthias Diependaele.
Daarom pleit N-VA Zottegem voor een totaalvisie op mobiliteit, liefst ook met een concreet actieplan. Anders kunnen we nog lang wachten op vlot verkeer in onze stad. Verkeersveiligheid moet absoluut een onderdeel zijn van dergelijk plan.
Diependaele: “Wij hameren al lang op die nagel. Er is al goed werk gedaan wat betreft enkele schoolomgevingen. Maar zeker in het centrum zijn er plaatsen waar ingrepen nodig zijn om de snelheid naar beneden te halen. Het kan toch niet zijn dat we gaan wachten tot er iets ernstigs gebeurt voor we de ogen openen?”